Wat leren de kinderen?

Onze christelijke school is gericht op de mens en de wereld. Dit komt tot uiting in de omgang met elkaar, in de keuze van leermiddelen, in ons taalgebruik en in de sfeer die heerst op school.

Godsdienstige vorming

Onze school is een Christelijke basisschool, die openstaat voor iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van werken. Wij vinden het essentieel dat elk kind en elke ouder onze christelijke identiteit en uitingsvormen als gebed, Bijbelverhalen en schoolvieringen respecteert. We bieden ruimte aan ieder individu. Onze christelijke school is gericht op de mens en de wereld. Dit komt tot uiting in de omgang met elkaar, in de keuze van leermiddelen, in ons taalgebruik en in de sfeer die heerst op school. Elke schooldag wordt geopend en beëindigd met een lied of een gebed. En er wordt regelmatig een verhaal voorgelezen uit de Bijbel. Er zijn diverse school-vieringen zoals Dankdag, Biddag, Kerst en Pasen.

 

Rekenen en Wiskunde

We beginnen in de kleutergroepen al met rekenonderwijs. Wij hebben geleerd dat we hier de basisleggen van het verdere rekenonderwijs. Vanaf groep 3 gebruiken we de methode Wereld in getallen. Deze methode heeft regelmatig toetsingsmomenten, waardoor we kunnen nagaan of de kinderen de aangeboden leerstof voldoende hebben verwerkt. Als dat niet het geval is, zijn er voldoende mogelijkheden om extra leerstof aan te bieden. Ook voor kinderen die meer kunnen is er een passend aanbod.

 

Lezen

Het leesonderwijs start al in de kleutergroepen met voorbereidende leesactiviteiten. In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen (Kim versie). De kinderen leren met behulp van deze methode de grondbeginselen van het technisch lezen; ze leren de klanken met de bijbehorende letters herkennen en leren de klanken te combineren tot woorden en zinnen. De kinderen leren eenvoudige woorden en zinnetjes schrijven.

Het technisch lezen wordt in de groepen 4 t/m 8 vervolgd. Onder technisch lezen verstaan we het op toon en tempo verklanken van geschreven tekst. Iedere ochtend starten we met een half uur leesonderwijs. We maken gebruik van verschillende werkvormen van lezen, zoals o.a. tutorlezen, racelezen, flitsen, theaterlezen, ralfi-lezen en zelfstandig lezen in een boek. Om de vorderingen van de kinderen bij te houden worden het leestempo en de nauwkeurigheid van de leerlingen regelmatig getoetst, zowel op woord- als op tekstniveau. We passen het leesonderwijs hier vervolgens weer op aan.

 

In groep 4 starten we met de methode Nieuwsbegrip. Dit is een methode voor begrijpend lezen, waarbij de teksten aansluiten bij de actualiteit van de dag.

We leren de kinderen niet alleen technisch- en begrijpend lezen; we willen ook graag het leesplezier bevorderen en interesse wekken voor een breed scala aan kinderboeken en kinderpoëzie. Om dit te bereiken lezen de kinderen dagelijks en lezen we zelf veel voor. In samenwerking met de bibliotheek vinden er allerlei leespromotie-activiteiten plaats zoals de Nationale Kinderboekenweek.

 

Op school hebben we een eigen schoolbibliotheek, waar kinderen kunnen kiezen uit een uitgebreid assortiment aan boeken. Vanaf het moment dat kinderen zelfstandig kunnen lezen, mogen er boeken geleend worden. Ieder jaar worden de nieuwste boeken voor de kinderen aanschaft, zodat ze plezier in het lezen blijven houden.

 

Nederlandse taal

In groep 1 en 2 besteden we veel tijd aan taalvorming d.m.v. taalspellen, kringgesprekken en interactief voorlezen.

In groep 3 oefenen de kinderen de taalvaardigheden aan de hand van de methode Veilig leren lezen.

Groep 4 t/m 8 werkt met de methode Taal actief. Elk aspect van het taalonderwijs komt daarin aan bod. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën en het luisteren naar anderen. Ook de vormen van schriftelijk taalgebruik komen ruimschoots aan de orde. In Taal actief zitten creatieve elementen, zoals toneelspel. Bij deze methode hoort een aparte leergang voor spelling. Er is herhalingsstof voor kinderen die het moeilijk vinden en extra stof voor kinderen die meer aankunnen.

 

Schrijven

Een professionele leerwerkgemeenschap heeft  ons schrijfonderwijs onder de loep genomen. In een tijdperk dat meer en meer digitaal wordt, hebben zij onderzocht of en hoe het schrijfonderwijs het best kan worden aangeboden.

De conclusie is dat we vanaf groep 3 los schrift aanbieden. Hiervoor wordt de methode Pennenstreken gebruikt, die aansluit bij Veilig Leren Lezen. In groep 3 en 4 wordt met potlood geschreven, vanaf groep 5 wordt er geschreven met een balpen, die door de school wordt verstrekt.

 

Engels

In alle groepen wordt Engels gegeven. We maken daarbij gebruik van de methode Groove me. Ook hebben we een Englishcorner waar door ouders Engels wordt gegeven aan kleine groepjes leerlingen.

 

Wereldoriëntatie

Tijdens de lessen Wereldoriëntatie wordt er gesproken over de wereld om ons heen en brengen we de kinderen kennis bij over het heden en verleden van de aarde. Meestal gebeurt dit tijdens de lessen aardrijkskunde, geschiedenis, natuur-onderwijs en verkeer. Soms gebeurt dit ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, filmpjes, werkstukjes en projecten. We werken met de methoden Naut (natuur en techniek), Meander (aardrijkskunde) en Brandaan (geschiedenis).

Na de instructielessen van de leerkracht wordt een deel van de verwerking gedaan aan de hand van het maken van muurkranten, toneelstukjes, films en liedjes.

 

Verkeer

In de onderbouw werken we thematisch over dit onderwerp. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen les aan de hand van de methode van Veilig Verkeer Nederland. De kinderen van groep 7 leggen in het voorjaar het schriftelijk- en praktisch verkeersexamen af. Het praktische examen bestaat uit het afleggen van een route door Hilversum waarbij ze geobserveerd worden door verkeersouders. Ze kunnen dan hun verkeersdiploma halen. 

 

Creatieve vorming

Er wordt in de middagen ruim aandacht besteed aan creatieve vorming d.w.z. tekenen, handvaardigheid, kunstzinnige vorming, drama, textiele werkvormen, ICT, koken en muziek. Soms gebeurt dit in samenwerking met een centrum voor kunst en cultuur en de Bibliotheek Hilversum. In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma.

Vanaf groep 3 besteden we ongeveer 2 uur per week aan creatieve vorming.

Elk schooljaar hebben we drie rondes talentenmiddagen; gebaseerd op de theorie van de meervoudige intelligentie van Howard Gardner. Ouders en gastdocenten worden gezocht om mee te draaien, waardoor we in kleine groep zinvolle activiteiten als dansen, fotografie, filmen en filosoferen kunnen aanbieden.

 

Beweging en gym

In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Er wordt in de gymzaal of op het schoolplein gespeeld. In groep 3 krijgen de leerlingen twee gymlessen in het gymlokaal en twee gymlessen buiten. Vanaf groep 4 krijgen de leerlingen 1 gymles in het gymlokaal en 1 gymles buiten. De gymlessen in de zaal worden verzorgd door een vakleerkracht.

 

Bibelebonse Bavinckclub

In de Bibelebonse Bavinck Club (BBC) krijgen kinderen vanaf groep 3 t/m groep 8 die meer uitdaging nodig hebben, elke week een verrijkend aanbod van bijvoorbeeld filosofie en techniek. Daarnaast is er voor leerlingen uit groep 7 en 8 die die in de BBC zitten een docent die deze leerlingen Franse les geeft.

 

Leespaleis

Voor sommige kinderen verloopt het leesproces niet zo vanzelfsprekend. Ze hebben thuis en in de klas veel geoefend, maar gaan niet vooruit.

Als een kind 2 AVI- niveaus achterloopt, kan het kind door de leerkracht worden aangemeld bij het Leespaleis in school.

De zorgcoördinator en de Leespaleis-begeleiders zullen samen kijken of het kind in aanmerking komt voor het Leespaleis. Als het kind in aanmerking komt en aan de beurt is, zal het kind twee keer in de week onder schooltijd individueel leesonderwijs krijgen.

Het kind zal dan 45 minuten extra oefenen met speciale computerprogramma’s, leesboekje, kranten en tijdschriften. Ter afsluiting zal er altijd een spelletje gedaan worden. Het bezoeken van het Leespaleis moet voor de kinderen een feest zijn; de kinderen moeten ervaren dat lezen leuk is. Motivatie is het belangrijkste. Zonder motivatie zal het voor een kind moeilijk zijn om een AVI-niveau hoger te komen.

Veel lezen is heel erg belangrijk, daarom krijgt het kind ook huiswerk mee. Als een kind een AVI-niveau vooruit is gegaan, zal het na het afbouwen (5 sessies) moeten stoppen bij het Leespaleis en in de klas verder gaan met veel extra oefenen.

Om ook andere kinderen in de gelegenheid te stellen om deel te nemen aan het Leespaleis, is afgesproken dat de behandeling maximaal 45 sessies mag duren.

Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het Leespaleis is een goede samenwerking tussen het kind, ouders, leerkracht en Leespaleis-begeleiders.

 

Huiswerkbeleid

De school heeft een huiswerkbeleid. Voor sommige

vakgebieden is het heel nuttig als kinderen thuis ook “leren”. Naast de extra opdrachten die bij dat vakgebied worden gemaakt, leren de kinderen door middel van huiswerk ook andere vaardigheden zoals plannen en agendagebruik. Vanaf groep 4 kunnen kinderen huiswerkboekjes meekrijgen wanneer de leerkrachten het waardevol achten dat er thuis extra geoefend wordt. Vanaf groep 5 gaat er ook leerwerk mee naar huis voor bijvoorbeeld wereldoriëntatie en Engels. In groep 6 krijgen alle kinderen voor het eerst structureel huiswerk mee dat thuis moet worden gemaakt. Denk hierbij aan redactiesommen van rekenen en werkwoordspelling. In groep 8 wordt dit aangevuld met maakwerk van Engels en de zogenoemde ‘moeilijke woorden toets’. Tijdens de informatieavond aan het begin van het jaar vertelt de leerkracht hier meer over.

 

Sociaal emotionele ontwikkeling

Kanjertraining

Kinderen hebben het recht op een goede opvoeding welke zich richt op fundamentele menselijke waarden. Zoals: liefde, vertrouwen, mededogen, toewijding, verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de breedste zin van het woord.

Om deze opvoeding zo goed mogelijk te kunnen bewerkstelligen, ook op school, wordt door de hele school de Kanjertraining ingezet.

De Kanjertraining heeft tot doel sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag te voorkomen of te verminderen en het welbevinden bij kinderen te vergroten.

 

Om deze doelen te bereiken wordt in de training gewerkt aan vier voorwaardelijke doelen:

1.    Kennis: kinderen hebben kennis en inzicht in gedrag en de gevolgen hiervan voor de ander.

2.    Vaardigheden: kinderen hebben meer sociale vaardigheden en vertonen minder meeloopgedrag.

3.    Motivatie: kinderen zijn meer gemotiveerd om zich sociaal te gedragen.

4.    Verantwoordelijkheidsbesef: kinderen zijn zich bewust dat je kunt kiezen hoe je je gedraagt en ervaren hierin meer zelfvertrouwen.

 

Het bovenstaande heeft tot doel een veilige sfeer in de klas en op het schoolplein te creëren.

De Kanjertraining bevat lessen die wekelijks gegeven worden gedurende het hele schooljaar. De aanpak van de Kanjertraining komt tot uiting in leerkracht- en leerlinggedrag dat erop gericht is om bovenstaande doelen te bereiken.

De training (lessen) bestaat o.a. uit het oefenen van sociale vaardigheden, waaronder het omgaan met pesten, rollenspellen met behulp van vier petten of handpoppen met petjes, feedback geven aan elkaar en vertrouwensoefeningen.

 

Excursies en schoolproject

De school is actief in het organiseren van excursies en projecten. Enkele voorbeelden zijn het bezoeken van de natuurboerderij en een bezoek aan kunst en cultuurcentrum Globe. Ieder jaar staat tijdens de ‘Projectmaart’ een thema schoolbreed in de aandacht. In de afgelopen jaren zijn de onderwerpen Feest & religie, kunst , beroepen en tijdmachine voorbij gekomen.

Het project is vakoverstijgend; de kern van het project kan wisselend zijn. Aan de verschillende vakgebieden wordt verdeeld over een periode van 3 weken aandacht besteed.